Na ruim 50 dagen begin ik mij meer en meer ongerust te maken.
Ongerust over het 'nieuwe normaal' dat onze MP heeft aangekondigd.
Het 'nieuwe normaal' laat zich namelijk stap voor stap zien.
De NS bereidt zijn stations voor op dit 'nieuwe normaal'.
Op de roltrappen houden we vier treden afstand, in het stations vijf tegels.
De scholen bereiden zich voor op de (gedeeltelijke) heropening.
Ik zie pijlen, banners, waarschuwingen met uitroeptekens bekrachtigd; nies in je elleboog, was je handen!
In mijn stad zie ik inmiddels een ander normaal ontstaan. Omdat je bij het gebruik maken van de openbare ruimte als sociaal wezen nu eenmaal elkaars wegen kruist.
De verkoper wil zijn waar uitleggen, de mensen op de markt bekijken het fruit dat toevallig voor mij ligt uitgestald.
In dit weekend sprak een van de vele deskundigen zich op een andere wijze uit. Hij sprak over het tijdelijk abnormale.
Dit perspectief had ik even nodig.
En of het nu medisch en wetenschappelijk verantwoord is dat weet ik niet.
Ik ben dan ook geen deskundige, ik wil dat ook niet zijn.
Ben wel een beetje deskundig in het leven geworden en weet dat ik mij beter voel bij het perspectief van het tijdelijke.
En ik ben bang dat de aan bureau's bedachte waarheden (vier treden op een station) van korte duur zullen zijn.
Niet te doen.