In eeuwenoude
nauwe straatjes.
De harde gladde stenen
met hun ingesleten sporen.
's Avonds als de hitte is
verdwenen.
Mooi aangeklede
versierde mensen
met hun strak
gekapte haarlijnen
flaneren luid gesticulerend
over deze eeuwenoude straatjes.
La vita,
tot laat in de nacht
en morgen weer.
Ontloop de drukte
en wandel een van Gods huizen binnen
hier staan ze altijd open
tonen hun schatten
en hun schoonheden
en geven ruimte voor gedachten
ook voor atheïsten.
Het leven
buiten zo luid en prachtig aanwezig
buiten zo luid en prachtig aanwezig
komt hier tot stilte.
Daar staat ze in het licht
de armen wijd
in de warmte van het kaarslicht
de moeder alle moeders.
Een atheïst schuift
een kaars naar het midden
en steekt het aan
geen licht te veel,
geen warmte en geen hoop
genoeg.
genoeg.
La vita
Buiten gaat het leven voort
en binnen
is het
ben ik
stil.
